© LOV 2016
Begin september, voor schoolgaande jeugd niet direct de periode waar ze naar uitkijken. Voor LOV’ers daarentegen…
Deze keer zal het lukken Alles op tijd klaar zodat we uitgeslapen aan de driedaagse kunnen beginnen. Auto gecheckt ( lees: nakijken dat we het gereedschap bij hebben voor de pannes die we verwachten), valies klaar,GPS voorbereid,…
Voor dit laatste wachtte ik op Dirk zijn mail met de routing voor dag één. Blijkbaar had ik dit verkeerd begrepen, het was niet de bedoeling al een routing door te mailen. Aangezien ik dacht dat men mij vergeten was, zelf maar een mailtje naar Dirk gedaan. ’s Avonds kreeg ik de routing, met veel gepruts kreeg ik de adressen in mijn GPS en mijzelf tegen 01.30 uur in bed.
Vrijdag werden we tegen 10.00 uur verwacht in Villers La Ville.
‘We’ zijn de deelnemers, zonder deze deelnemers geen driedaagse, geen organisatie en geen ‘hoofdorganisator’. Zoals hij later in zijn speech bekende, had de hoofdorganisator dit wel erg gevonden want dan had hij deze prachtige titel van ‘hoofdorganisator’ nooit gekregen.
De deelnemers uit het Leuvense hadden om 09.00 uur afspraak aan Chateau de Namur (er is mij verteld dat alle LOV’ers weten dat dit geen kasteel in Namen is). In de verte kwam Eddy aangereden en dan waren we voltallig. In een poging de snelheid van zijn bolide nog te verhogen, probeerde ‘snelle’ Eddy zijn uitlaat er nog snel onder uit te rijden. Met wat ijzerdraad werd deze poging door Jakke en Dirk afgeblokt, om zeker niets te verliezen tijdens de reparatie werd de wagen boven een duiker gereden (??).
De stoet kon vertrekken.
Aangekomen in Villers La Ville werd het professionalisme van de organisatoren onmiddellijk duidelijk. Er werd door het hulpje zowaar een echt secretariaat geïnstalleerd. Aangezien de hoofdorganisator dit niet had zien aankomen en vergeten was zijn secretaresse mee te brengen, nam hij deze functie zelf waar. Routing en rallyplaat kon worden afgehaald, de driedaagse was nu officieel gestart!
De routing leidde ons via Nijvel, Seneffe en La Louvière naar Bray bij Mons. In La Bercha werd het middagmaal geserveerd. Eddy zat hier aan dezelfde tafel als Lieven en zijn Spaanstalige vriendin, het duurde dan ook niet lang eer Eddy ‘rapido’ op de proppen kwam.
We hadden ons soepje uit en daar kwam ook de laatste deelnemer binnen, Geert zijn co-piloot arriveerde . Kristof had in de voormiddag belangrijkere zaken te doen als toekomstig vader van een op komst zijnde tweeling, proficiat !!
Henri verwachtte ons tegen 15.30 uur. Er werd dan ook niet getalmd, na het eten ging het via Bavay rechtdoor richting Cateau-Cambrésis. En het was ‘rechtdoor’, via een Romeinse weg reden we recht op ons doel af. Het glooiende landschap zorgde voor prachtige vergezichten.
In Cateau-Cambrésis bezochten we het museum van de Franse kunstchilder en beeldhouwer Henri Matisse. Op eigen tempo en naar eigen interesse werden de verschillende zalen van het museum verkend, we vonden elkaar terug in ‘ L’ Estaminet du Musée’.
Na het nuttigen van de welkome dorstlesser, werden de wagens terug opgezocht. Het ging richting ‘Le Pot d’ Etain’ in Saint-Quentin, hier zouden we de komende twee nachten vertoeven. We konden met de auto zo goed als de kamer binnen rijden, gesleur met valiezen was er dan ook niet bij.
Even opfrissen en tegen 20.00 uur naar het restaurant. De eerste dag was vlot verlopen en we waren goed op schema, we vonden iedereen dan ook al terug in de bar voor een (of meerdere) aperitiefje(s) waarna de tafeltjes voor vier werden bevolkt om van het avondmaal te genieten.
Na het avondmaal, zoals het hoort, terug naar de bar om samen de avond af te ronden. De pintjes kwamen vlot en de avond vloog voorbij … het werd een korte en welverdiende nachtrust.
Zaterdagmorgen werden we om 08.00 uur aan het ontbijt verwacht om rond 09.00 uur met dag twee te kunnen starten. Voor de moedigen onder ons, was er zelfs de mogelijkheid je eigen wafel te bakken.
De routing werd uitgedeeld en de wagens gestart.
Het werd een mooie tocht door een voor mij nog onbekend landschap, echt genieten. Na een ritje van 29 kilometer werd de naam van de driedaagse ‘herbronnen’ al heel wat duidelijker. We bezochten de bron van de Schelde, de ons allen gekende machtige stroom die na 350 kilometer en 97 meter dalen uitmondt in de Noordzee. Hier is het echter niet meer dan een opborrelend stroompje dat door LOV uitvoerig bestudeerd en becommentarieerd werd.
Nog geen twintig kilometer verder, wordt het ‘herbronnen’ verder gezet. We bezochten de bron van de Somme, de natuurlijke, historische grens tussen Frankrijk en Vlaanderen.
Ook deze bron is een prachtig stukje natuur waar je alleen maar van kan genieten.
Ondanks al dit mooie en drinkbare water, werd toch gekozen voor ‘Café Pelforth’ te Neuvillette voor de dorstigen te laven. Een fijn klein dorpscafé dat zijn maandomzet in een uurtje zag verdubbelen. En voor degenen die wilden en konden wachten was er zelfs koffie.
Wegens feestelijkheden in Saint-Quentin en eventuele omleidingen werd van routing overgeschakeld op GPS om naar restaurant La Guinguette te rijden. Hier wachtte ons een lekker maal, opgediend door een kruising tussen mannen…en nog iets.
Na het eten brachten we een bezoek aan het ‘Village des Métiers d’ Antan en Musée Motobécane’. Hier zijn in de voormalige fabrieken van Motobécane de winkeltjes van begin 20ste eeuw ondergebracht. We vinden er zowel de horlogemaker, fotograaf, matrassenmaker als een smid, boekenwinkel, klaslokaal,… terug.
Enkele volksspelen vervolledigen de tijd van toen.
En er is natuurlijk de niet te versmaden collectie Motobécanes, Motobécanes in alle uitvoeringen en maten. Van de ons alle gekende Mobylette tot enkele eigenaardige prototypes en ‘echte’ moto’s.
In voorbereiding van het ‘sangriamoment’ waren er enkele vrije uurtjes die naar keuze in Saint-Quentin centrum of in het hotel konden worden doorgebracht.
Tegen 19.00 uur was het dan verzamelen geblazen in de tuin van het hotel voor de steeds gesmaakte sangria. De tuin lag er echter verlaten bij…
De tuin was vervangen door het restaurant. De emmers werden ingeruild voor terrines. De bekertjes waren van glas, decoratief afgewerkt met een suikerrandje.
Was dit een initiatief van de ‘hoofdorganisator’ of was het de directie van het hotel die van mening was dat de speech van de ‘hoofdorganisator’ een ander decor vereiste ?
Tot nu een onopgelost raadsel…
De speech zelf was duidelijk en liet geen raadsels bestaan. De hoofdorganisator bedankte niet alleen de deelnemers, maar bekende ook wat een deugd hij had aan deze titel.
‘Hoofdorganisator’ werd gedefinieerd als de persoon die (misschien) het idee lanceert en daarna laat uitvoeren door anderen.
Voor de volledigheid van het verhaal, werd er aan toegevoegd dat in het geval van deze driedaagse de nadruk vooral lag op ‘het laten uitvoeren door anderen’. De ‘hoofdorganisator’ benadrukte dat de eer van deze driedaagse toch wel grotendeels toekomt aan het zelfverklaarde ‘hulpje’.
En wat het lanceren van het idee betreft…
Hiervoor bedankte de ‘hoofdorganisator’ PP, degene die het idee lanceerde.
Na deze ontluisterende speech werd het dan ook weer ‘Mic’ in plaats van ‘Mijnheer de Hoofdorganisator’.
De Sangria vloeide rijkelijk en smaakte ook deze keer naar het gevaarlijke: méér !!!
Voor het avondeten waren de tafeltjes van vier vervangen door enkele gezellige grote tafels. Een plaatsje zoeken en genieten van eten en gezelschap.
Na het dessert vonden we elkaar terug in de bar.
Hier werd vanavond niet alleen gedronken, ook de drankrekening van gisteren en vandaag moest worden vereffend. De barman die ontving met zijn betaalkaartmachientje was wegens gebrek aan wisselgeld echter niet zo goed in ‘cash’, wat tot enige hilariteit leidde.
Ondanks herhaalde pogingen om van zijn briefje euro’s af te raken, zat er voor Luk uiteindelijk niets anders op dan onverricht ter zake te gaan slapen…
Het was weer vroeg ochtend, dag drie kwam er aan.
Tijdens het ontbijt werd GPS-routing uitgedeeld en toegelicht, de bagage werd ingeladen en de wagens in beweging gebracht.
Na 35 km stopten we in Guise. We bezochten hier snel de ‘Familistère van Godin’. Een midden 19de eeuw door kachelbouwer Godin opgericht sociaal paleis voor zijn werknemers. Dit gebouw is voorzien met voor die tijd opmerkelijke faciliteiten zoals waterleiding, toiletten,… Ook Godin zelf ging hier wonen te midden van zijn arbeiders.
Sinds 1991 staat dit uitzonderlijke gebouw als blijvende getuige van Godin’s gedachtengoed op de historische monumentenlijst.
Dag drie leidde ons verder over prachtige franse wegen, we reden richting abdij van Saint-Michel en Thiérache. We brachten een bezoekje aan deze abdij en in de zonnige binnentuin werden we opgewacht voor een hapje en een drankje.
Van hier uit ging het dan richting Virelles waar we in ‘La Bonne Auberge’ ons middagmaal opgediend kregen. Het voorgerecht was koud geserveerde paling met een niet nader geanalyseerde geleiachtige saus … ongetwijfeld een lekkernij voor de liefhebbers. Deze liefhebbers zaten niet bij mij aan tafel. Na konijn en koekje, weer op pad voor de laatste en langste etappe. De volgende 90 kilometer moesten ons in 90 minuten tot in Bierwart bij Namen brengen, duidelijk dat we er met een slakkengangetje niet zouden geraken. Het gaspedaal werd iets dieper ingedrukt.
In la ferme du Vieux Tilleul konden we kennis maken met les Petits-Gris de Namur. We kregen niet alleen wat uitleg over het kweken en bereiden, maar konden deze escargots ook in levende lijve ontmoeten.
Na deze meet-en-greet mengden de escargots zich in gezelschap van lookboter, paddestoelen en rode pesto tussen het publiek. Dit alles opgeluisterd met een fris glaasje mousserende appelwijn van eigen fabrikaat.
Een welverdiend applaus voor organisatoren Mic en Dirk rondde deze prachtige driedaagse af.
Er werd afscheid genomen en de rit huiswaarts werd aangevat.
Ik kijk al uit naar de volgende activiteit !
Dominik