Overleg met Fritz was overbodig. Na het succes van vorige editie en het wegens familiefeestje niet kunnen deelnemen aan de driedaagse in mei, was het al lang beslist. De driedaagse van september zouden we niet missen. We maakten dan ook gretig gebruik van het vier-daagse alternatief. Met het succes van de voorbije ritten en het steeds stijgend ledenaantal in gedachten, werd het voorschot onmiddellijk gestort.
Enkele verdienstelijke pogingen van Dirk resulteerde eind juni in een mail met bedrag, correct rekeningnummer en het te storten saldo. Ook 12 anderen hadden voor de vier-daagse formule gekozen. Een mooi aantal als start voor een (hopelijk) nog mooier weekend!!!
De avond van de vriend(inn)enrit eind augustus kregen we wat meer informatie. Het eerste blad van het roadboek werd doorgemaild, we kregen alvast wat info en adressen om ook de GPS-sen voor te bereiden.
Vrijdag 5 september werden we om 14.00 uur in ‘den Deugniet’ verwacht, rond 15.00 uur zouden we dan onze tocht naar Geraardsbergen aanvatten. Het werd stilaan drie uur, de laatste twee lieten op zich wachten. Nadat Dirk hen gebeld had en bleek dat ze toch pas zaterdagmorgen zouden komen, konden we vertrekken.
Ik kreeg de eer om als eerste te rijden en iedereen de weg te wijzen. Deze eer(?) was niet zozeer gebaseerd op een grenzeloos vertrouwen in mij, als wel op het feit dat ik de enige was die plichtsbewust al de tussenpunten in zijn GPS had ingegeven…De karavaan kwam in beweging, acht wagentjes netje op een rij.
Via Huldenberg, La Hulpe, Braine l’ Alleud,…
Het was niet eenvoudig om op een vrijdagnamiddag deze karavaan bijeen te houden. Verkeerslichten, kruispunten en andere weggebruikers dwarsboomden ons geregeld. Het lukte ons keer op keer om iedereen weer bij elkaar te krijgen.
In Braine le Chateau werd een korte tussenstop ingelast in Brasserie Le Chateau, hier werd snel iets gedronken en via Tubise en Enghien de tocht naar Geraardsbergen voortgezet.
Nu Stoffel iets gedronken had, vond de Ockelbo dat het zijn beurt was. Een snelle tankbeurt volgde. Het was pas toen hij de karavaan weer aan het inhalen was, dat Stoffel besefte dat zijn 100 euro drinkgeld toch wel wat veel was voor het niveau van klantvriendelijkheid en service dat hem te beurt was gevallen. Een zoektocht langs één richtingswegen en diverse tankstations, bracht hem terug op de plaats van het gebeuren. De 100 euro werden alvast gerecupereerd, de discussie hierover zou zich de volgende dagen via telefoon verder zetten.
Net op tijd voor het avondeten kwamen we aan de jeugdherberg, de kamers verdelen, de bedden opmaken en snel aan tafel.
Na het eten het fruit voor de sangria snijden en de ‘eigen kweek’ druiven van Mic wassen, iets drinken en dan voor de geïnteresseerden nog een wandeling naar het iets verder gelegen Perron. Blijkbaar was Monique die avond niet aan het werken, wie wel zijn we niet te weten gekomen…
Enkele biertjes later keerden we terug naar de jeugdherberg, hoog tijd om ons bedje op te zoeken.
Zaterdagmorgen ’t Hemelhuis Geraardsbergen, hier was het om 10.00 uur verzamelen geblazen.
Koffie en mattentaart werden veroberd en de troepen kwamen in beweging. Via Vloesberg rukten we op naar Ronse waar de speelplaats van de plaatselijke school onmiddellijk werd ingenomen.
Gewapend met een nog niet verwijderd stuurslot, opende Jakke de aanval op een plaatselijke 4x4. Deze kon zich net op tijd uit de voeten maken…
Te voet trokken we verder naar het MUST museum voor textiel. In twee groepen verdeeld kreeg we hier meer uitleg over het belang van de textielnijverheid voor Ronse. Aan de hand van nog werkende weefgetouwen kregen we een overzicht van de technische evolutie. Hoewel er geen sprake was van ‘sabotage’, kregen we hier een voorsmaakje van wat ons deze winter te wachten staat: de elektriciteit viel weg… De verdere rondleiding konden de weefgetouwen spijtig genoeg niet meer in werking gesteld worden. Desondanks een leerrijke en fijne rondleiding.
We gingen verder tot bij Christiane en Marc. Saus en bijhorend drankje uitkiezen en we kregen ons frietje met brochette. Wat mij betreft, een formule die voor herhaling vatbaar is.
Terug naar de speelplaats, instappen en wegwezen richting Wervik.
Garmin, Tomtom en andere begeleiders leidden ons via hun eigen route’s naar het tabaksmuseum in Wervik. Een drankje in ‘In den grooten Moriaen’ en een rondleiding door de grootvader van de ‘Cloaca’ in het Nationaal Tabaksmuseum volgde. Roken, snuiven en kauwen werden ons in woord en beeld toegelicht, de gids deed dit op eigen wijze waarbij zijn lichte voorkeur voor de vrouwelijke toehoorders niet onopgemerkt kon blijven.
Het was dan ook zeer verwonderlijk dat het Jan was die als bevallige assistente werd uitgekozen. Enig gepruts met de verlichting en dan mocht Jan de werking van een iets of wat geautomatiseerd ‘snuifsysteem’ beproeven. Hierbij werd vooral de nadruk gelegd op de nachtrustverstorende bijwerking van de snuiftabak, als afrodisiacum.
Uit goede bron heb ik vernomen dat Lena die avond in ‘geef acht’ stond, maar Jan ‘niet thuis’ gaf.
Van het tabaksmuseum ging het verder naar het oorlogsmuseum ‘Hooge Crater’, waar we ons ‘100 jaar later’ konden onderdompelen in het leven van de soldaat aan het front.
Aan het hotel kwam er wat puzzelwerk bij om al de wagens een plaatsje te geven, voor de kamerverdeling was het puzzelwerk al verricht. We werden om 19.30 uur op het terras verwacht voor het ‘Sangria-moment’, nog alle tijd om ons eerst te verfrissen.
De volgens aloud recept bereide Sangria werd ook nu weer door iedereen gesmaakt, gebeurtenissen en belevenissen van de eerste dag gingen van mond tot oor. De Sangria vloeide rijkelijk…
De eerste emmer was leeg, gelukkig was Joris niet te ver uit de buurt om er op toe te zien dat ook deze keer niets van deze toverdrank verloren zou gaan.
Het avondmaal werd geserveerd en iedereen at zijn bordje mooi leeg. De ster van vorig jaar liet zich tot een kleine act verleiden, dit tot grote vreugde van de groep die de eetzaal met ons deelde.
Lekker gesmuld en bijgepraat kozen sommigen voor een welverdiende nachtrust, anderen gingen naar de bar of nestelden zich op het terras. Het zou een gezellige en lange avond worden.
De tijd vloog voorbij, meer en meer werd gekozen voor de welverdiende nachtrust. Het was tijd voor nog een laatste aan de toog…
Maar dit was buiten de barman, Mark voor de vrienden, gerekend. Onvermurwbaar en kordaat weigerde hij om nog iets te schenken, de bar sluit om 24.00 uur en daar wordt niet van afgeweken.
Zelfverzekerd en vastbesloten gingen we de strijd aan, we zouden er nog ene drinken. En zo geschiedde. Was het omwille van onze argumentatie of omwille van het charmante gezelschap aan den toog, het probleem werd opgelost: de bar ging terug open!!!!
Ons niet bewust van het veel groter probleem dat op ons afkwam (lees: de bar terug sluiten), noteerden we dit alvast als een overwinning.
Eerst was er een tournee van Kristof, dan eentje van de barman ( Mark voor ons),… het werd verDUVELd plezant !!!
Wegens niet alles meer duidelijk voor de geest kunnen halen, volgt er nu een hiaat in het verslag.
Later dan gepland, maar toch nog goed op tijd, kwamen we aan het ontbijt. Iets eten en drinken en de wagens opzoeken voor weer een drukke dag. Omdat het zijn verjaardag was, mocht Stoffel ook eens met een echte auto rijden: hij nam plaats achter het stuur van de Apal van Leen ( wordt vervolgd).
Er was een eerste stop voorzien aan de ‘Pool of Peace’, een imposante mijnenkrater ontstaan tijdens de mijnenslag in 1917. Wegens een probleempje bij de aanleg van zijn eigen mijnenkrater, kon de ervaren(?) gids niet aanwezig zijn. Gelukkig had Geert computer en printer bij zodat hij toch nog wat documentatie kon afdrukken om ons de nodige toelichting te geven.
De routing bracht ons verder langs landelijke wegen en prachtige landschappen. Zonder dit te beseffen reden we Frankrijk binnen. We stopten aan ‘l’ Etang des 3 Fontaines’. Bij gebrek aan visgerief installeerden we ons op het terras.
Bij het verlaten van de parking had de wagen van Mic een duwtje nodig. Hierbij kwam Rita ongelukkig ten val. Een ontwricht en gebroken kaaksbeen betekende voor Mic en Rita het einde van deze uitstap, terugkeren naar Leuven en Gasthuisberg was de beste oplossing.
Middagstop in restaurant ‘de Heksenstoel’ voor een hoofdschotel. De geserveerde ‘varkenshammetjes’ deden de benaming ‘hoofdschotel’ alle eer aan. LOV liet zich echter niet kennen, van de meeste hammetjes bleef niet veel meer dan het bot over…
Een kort ritje bracht ons bij de enige kabelbaan in Vlaanderen, een old-timer in zijn soort (bouwjaar 1957). Dit 700 meter lange traject bood ons een rustgevend tochtje met zicht op de wijngaarden van Entre-deux-monts. Voor de skiërs onder ons was dit het moment om hun attributen alvast uit de kast te halen.
Met zijn nieuwe bestuurder was het voor de Apal echter alles behalve een rustgevend tochtje. Even alleen gelaten zocht hij dan ook troost op de schouder van zijn chassisgenoot en dook hij weg in de struiken (n.v.d.r. : dit euvel kan zonder veel investeringen of technische aanpassingen verholpen worden door bij het stationeren de handrem op te trekken of de wagen in versnelling te zetten).
We reden door naar het ‘Talbot House’ te Poperingen. Tijdens de oorlog was dit ‘every man’s club’, hier konden de soldaten zonder onderscheid in rang even terecht voor een moment van rust en ontspanning weg van het krijgsrumoer.
Ook wij mochten genieten van een optreden van de ‘Happy Hoppers’ en de mooie tuin. Dit alles afgerond met een tasje thee en een cakeje.
Tussen al deze oorlogsherinneringen door brachten we een bezoek aan ‘De Vrede’. Hier wordt in een kruising tussen een veilinghal en een schoolrefter, het beste bier ter wereld geschonken: Trappist van Westvleteren.
We waren hier niet alleen, de parking stond dan ook goed vol. Jurgen en Anja maakten hiervan handig gebruik om tot aan de ingang te rijden. Dit was Joris niet ontgaan. Nadat hij Lea had afgezet op de parking, reed ook hij tot vlak aan de ingang.
Een bezoek aan Ieper in nagedachtenis van 14-18, kan natuurlijk niet zonder de Last Post in de Menenpoort. Ook vandaag werd deze dagelijkse plechtigheid als laatste groet ter ere van de gesneuvelden, druk bijgewoond.
Terug in het hotel, werd het eten onmiddellijk geserveerd. Het was een lange en drukke dag geweest. Velen kozen voor een welverdiende nachtrust.
Op het terras werd de overgebleven sangria geserveerd. Ook de tweede emmer was bijna geledigd, wegens afwezigheid van Joris kwam een ritueel in gevaar… Dit was echter snel opgelost: enthousiast en deskundig pollepelde Leen de tweede emmer tot de laatste druppel leeg. Alvast benieuwd of het Joris of Leen zal zijn, die bij het volgende ‘sangria-moment’ de eer van het ledigen naar zich toe zal weten te trekken. De klok had twaalf uur geslagen, tijd om ons bedje op te zoeken. Dit echter niet zonder van ons gisteren verworven recht gebruik te maken: met Kristof, Geert en Fritz nog eentje aan den toog (deze keer echt één !!!).
Het was weer vroeg morgen, het lekkere en uitgebreide ontbijt smaakte. Er stond een 100-km lange rit naar Lessines op het programma. In Lessines aangekomen, bracht een lange smalle doorgang ons tot aan het ‘Hopital Notre-Dame à la Rose, mits juist stapelen vonden alle wagens een plaatsje.
In dit hospitaal konden sinds de 13de eeuw de armen en daklozen terecht voor medische verzorging. Nu is het een museum waar men aan de hand van al die jaren verzameld medisch materiaal, een overzicht krijgt van de heelkundige vooruitgang. Ook het leven van de zusters zelf, de werking van de eigen apotheek en de ziekenzaal voor de armen wordt toegelicht. Met vier in bed was geen uitzondering en van achter het schilderij werd men goed in de gaten gehouden.
We kregen hier een middagmaal geserveerd, waar de zieken vroegen maar konden van dromen.
Van hieruit ging het rechtstreeks naar de eindhalte. Via Halle, Dworp en Hoeilaart reden we onder Brussel door richting Huldenberg. Op het Gemeenteplein vonden we elkaar een laatste keer terug op het terras van taverne Rochus.
Er weerklonk een luid applaus voor de organisatoren om hen te bedanken voor deze mooie en geslaagde vier/driedaagse.
Ik weet niet hoe het bij jullie is, maar in mijn agenda wordt 29 tot 31 mei 2015 al vrijgehouden!!!!
Dominik
in Vlaamse velden
In Vlaamse velden bloeien de klaprozen
Tussen de kruisen, rij aan rij
die onze plek aangeven; en in de lucht
vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend
zelden gehoord te midden van het kanongebulder aan de grond.
Wij zijn de doden. Enkele dagen geleden
leefden we nog, voelden de dageraad, zagen de zon ondergaan
beminden en werden bemind en nu liggen we
in Vlaamse velden
Neem ons gevecht met de vijand weer op:
Tot u gooien wij, met falende hand
de toorts; aan u om haar hoog te houden
Als gij breekt met ons die sterven
zullen wij niet slapen, ook al bloeien de klaprozen
in Vlaanderens velden.”
© LOV 2016