THE RED FLAG ACT
THE FLAG FACTS
Voor de amateurs van de London-Brighton Rally: waarom de Red Flag Act niet helemaal of zelfs helemaal niet tegen auto's was!
U kent de historie: de London Brighton Run, de bekendste en oudste oldtimerrally ter wereld, wordt sinds 1896 jaarlijks gereden om te vieren dat de Red Flag Act werd afgeschaft. Die wet hield onder meer in dat een man met een rode vlag moest voorafgaan aan een auto, die dus maar 5 km per uur mocht rijden. De Engelse motoring journalist Setright geeft het volledige perspectief, en dan wordt een en ander iets meer aannemelijk.
1861 Locomotives on Highways Act
Let op het woord locomotives: auto’s waren er in 1861 lang niet, en het gaat ook niet over treinlocomotieven die verloren rijden en dan maar via de openbare weg verder tuffen. Neen: het voorwerp van de wet zijn alle niet door paarden of ossen getrokken voertuigen. Daaronder vallen de nog uit te vinden auto-mobielen, maar de wetgever viseerde de grote stoommachines (genaamd locomotives) in de landbouw, b.v. om te dorsen. Die reden langs de openbare weg van de ene hoeve naar de andere. Iedereen reed toen te paard, en er waren enkele ongelukken gebeurd met paarden die zo een stoommachine waren tegengekomen.
Vandaar deze wet die inhield:
- maximumafmetingen voor vrachtvervoer: ongeveer 4 meter hoog. Dat is bewaard gebleven, vandaar dat je tot vandaag in Engeland autotransporten tegenkomt met drie rijen auto’s boven mekaar.
- maximumsnelheid van 10 mijl dus 17 km per uur. Die dingen reden in de praktijk veel trager. Veel locomotives wogen 15 ton zonder lading!
- verkeersbelasting want die zware voertuigen beschadigden de wegen meer dan de paardenkoetsen.
1865 De wet wordt verstrengd en krijgt als bijnaam later Red Flag Act
Al na vier jaar bleek dat de wet van 1861 niet voldeed. Nu luidt het als volgt:
*maximumsnelheid van 4 mijl buiten de bebouwde kom en 2 mijl in de bebouwde kom. Ik heb die onafgeveerde en hogelijks ongeremde stoomdinges al een paar keer op beurzen zien werken en dan lijkt 4 km per uur in een omgeving vol stootkarren, paarden en spelende kinderen realistisch, moet ik zeggen.
*de bemanning moet uit ten minste drie bestaan: een bestuurder, een stoker en iemand die met een rode vlag ver voorop ging om aanstormende ruiters te waarschuwen.
Deze strenge wet uit 1865 kan nooit tegen automobielen zijn bedoeld. Daarop was het nog twintig jaar wachten immers.
1878 De wet wordt lichtjes verbeterd met de Amending Act
De man met de rode vlag voorop hoeft niet langer. De snelheidsbeperking blijft.
1896 Emancipation Act
Deze wet wordt met de London - Brighton elk jaar herdacht. Hij gaat over “light locomotives” dwz voertuigen zonder paarden van minder dan drie ton. De maximumsnelheid wordt opgetrokken tot de adembenemende 12 miles ofte net iets meer dan 20 km per uur!
Daarmee wordt de Red Flag Act al iets aannemelijker, maar de vraag blijft waarom de Britse overheden de personenwagen een dikke tien jaar lang hebben behandeld alsof het een logge stoomlocomotief was.
Zou het kunnen dat de Engelsen, zoals geweten grote paardenliefhebbers, hun paarden wilden beschermen? Neen, zegt Setright, want net met die “locomotives” werden de paarden van zware arbeid verlost.
Wél een ware reden: vele parlementsleden hadden al hun geld recentelijk in de uitbouw van private spoorwegen belegd. En de private automobiel was natuurlijk een grote bedreiging voor hun investering.
Het waren overigens niet alleen de Britten die de opkomst van de auto afremden:
- Toen Benz in 1893 zijn eerste automobiele vierwieler uitbracht, werd een snelheidsbeperking opgelegd tot 12km/h op open baan, en 6 km/h in de steden en in elke scherpe bocht.
- Het kan nog grappiger. In Pruisen greep men naar scheepswetgeving! Die stipuleerde dat bovenop de stookketel van een stoomschip niemand mocht wonen. Een uiterst zinvolle maatregel, maar men greep hem ook aan om (stoom)auto’s te verbieden.
- New York had zijn eigen Red Flag Act nog langer dan Engeland, tot in 1901. Nadien dacht men eraan oliederivaten te verbieden als energie voor wegtransport.
- Alleen Frankrijk, dat zalige land van “je m’en fou” en meer nog van “laissez-faire”, legde automobielpioniers geen strobreed in de weg. Vandaar dat de commerciële doorbraak van de auto daar begon, met de voertuigen van de heren Levassor, Panhard, De Dion, en vooral Armand Peugeot.
Naar L.J.K. Setright, Drive On! A Social History of the Motor Car, Granta, London, 2004
(c) Vertaling en bewerking: P. Peeters
foto: flickr.com |