September Driedaagse 2013

Mijn eerste keer! 



Een zomerse avond aan een Leuvense toog : “Fritz, bolleke-pijl, kent gij dat?”

“Natuurlijk Dominik, “bolleke” zegt men in Antwerpen tegen een Koninckske”

Mijn keuze was snel gemaakt. Deze kenner zou mij ongetwijfeld gedurende drie dagen feilloos langs de routing sturen.


Vrijdag 6 september, mijn wekker extra luid gezet om zeker wakker te worden en niet te laat toe te komen aan Eetcafé de Plataan. ’s Morgens in de vroegte Fritz gaan oppikken en naar Sint Agatha Rode. We waren niet de eerste, er stonden al zeven wagentjes netjes op een rij. Het was prachtig weer en van op het terras zagen we de overigen één voor één toekomen. Als iedereen er was: een tasje koffie, een lekkere koffiekoek en “en route”.


Als eerste bestemming werden de GPS’en ingesteld op “Parc de Mariemont”, een stevige rit. In het prachtige park aangekomen konden we op het  zonovergoten terras genieten van het weidse uitzicht. De eerste ervaringen werden uitgewisseld en met een drankje doorgespoeld.

Echter niet getalmd, het was een drukke agenda!! Op naar “Distillerie de Biercee”!


De wagens werden  de binnenkoer van La Ferme de la Cour, een prachtig gerestaureerde vierkantshoeve, opgereden. Hier werden we verwacht voor het middagmaal en een rondleiding in de distillerie. Tussen de soep en de balletjes in tomatensaus door, slaagde een bui er in om de helft van het gezelschap in sneltempo naar buiten te loodsen.

Na een kort filmpje met wat historiek, volgde de rondleiding in de eigenlijke distillerie. Hier werd ons vakkundig toegelicht hoe men door het fruit te “duiken” tot een lekkere Eau-de- Vie komt. Een kort bezoekje aan de kelder, het hart van de onderneming, en dan “de proeverij”.

Op de parking eventjes je beurt afwachten en dan en kort ritje naar de volgende bestemming.


De wagens kropen één voor één “Chateau de Fosteau “binnen. Toen men in 1350 het kasteel bouwde, had men duidelijk geen rekening gehouden met carters en uitlaten.

In de ridderzaal van de versterkte woning kregen we wat uitleg van de eigenaar over de geschiedenis van het kasteel.  Daarna kon iedereen op eigen tempo de overige vertrekken verkennen, het geprijsde interieur becommentariëren en via de Pharmacie terug naar de binnenkoer.

De enen maakten nog een wandeling door de tuin, anderen startten hun bolide en begonnen aan de laatste etappe van de dag.


“Castel Les Sorbiers”, hier zouden we de komende twee nachten de nodige stilte en rust  vinden om de driedaagse te overleven. Inchecken, even verfrissen en al een drankje op het terras in afwachting van het avondmaal. Na het verorberen van meloen, steak en profiterol nog een korte briefing door de organisati e: de volgende ochtend werden we om acht uur aan het ontbijt verwacht. Bar en/of bed werden opgezocht.


Wekker afgelopen, gordijntjes open, dag twee zag er een beetje druilerig uit. In de ontbijtzaal waren enkele vroege vogels reeds een eitje aan het bakken  volgens de “slow cooking”  techniek.

Het lukte iedereen om de ontbijtzaal tijdig te bereiken. Met een tasje koffie en enkele boterhammetjes werd de dag smakelijk ingezet, de routing werd uitgedeeld en de wagens gestart. Geen tijd te verliezen want om 10.00 uur werden we in een klein stationnetje verwacht.


Met wat geduw en  geduw bereikte iedereen de eerste stop. De wagens werden gestald, onze trein stond klaar. Kwam een machinistje, draaide aan een wieletje  en ons treinritje naar het museum kon beginnen. Een enthousiaste gids leidde ons door het museum.

Op de terugrit werden de flessen ontkurkt, het aperitief uitgeschonken. In het stationnetje werd in een sneltempo  nog  de binnenkant van  een diesellocomotief verkend en we duwden verder.

En we duwden verder. En we duwden verder. 

Aangezien dit zo geen 130 km meer ging lukken, werden sleutels en schroevendraaiers bovengehaald en Jans auto aan een grondige inspectie onderworpen.  Vermits de ontsteking blijkbaar haar werk deed, was het vermoedelijk de enkele clubavonden geleden uitgebreid besproken “alimentatie”. Benzinepomp controleren, bijtanken en benzinefilter er tussen uit halen resulteerde in  een ongefilterde maar geslaagde rit tot aan de volgende stop.


In “Brasserie des Fagnes” werd met een goed gevuld bord, een stevige blok kaas en stevige blok paté de volgende stevige blok van de routing voorbereid, onze alimentatie was al op punt. Nu nog deze van Jans wagen.


Buiten werden onder de paraplus de koppen bij elkaar gestoken. Alle mogelijke oorzaken en remedies  werden uitvoerig besproken. Uiteindelijk bemerkte  Geert twee bouten die best wat vaster mochten aangevezen zijn, de carburator zoog valse lucht aan. Alles werd goed vastgevezen en de laatste 130 km werden probleemloos aangevat.Het werd een rit langs prachtige wegen met een bezoekje aan Frankrijk en een drankstop in een hotelletje waar LOV tijdens een vorige driedaagse logeerde. Vanaf deze drankstop ging het dan rechtstreeks terug naar het  hotel.


Onderweg naar het hotel werden de dorstigen  gelaafd, niets  zo goed als een 98 octaan.Aangekomen aan het hotel even verfrissen en dan een korte wandeling tot aan de oever van de Maas.  Hier werd een vakkundig samengestelde sangria geschonken, wonderlijk afgewerkt met een geutje Fanta. Het ongekende octaangetal maakte het echter moeilijk om in te schatten hoeveel men mocht tanken. Maar LOV zou LOV niet zijn als deze sangria niet tot de laatste druppel (letterlijk!!) genuttigd zou worden. Goed bijgetankt wandelden we naar het avondmaal, niemand kon vermoeden waartoe dit allemaal kon leiden.


Het eten werd gesmaakt en iedereen bleef nog rustig aan tafel zitten om er een gezellige avond van te maken. Uiteindelijk volgden de woorden elkaar sneller en sneller op, er was ook een zekere vorm van melodie terug te vinden. Velen begonnen zowat hetzelfde te vertellen op dezelfde melodie, ook wel samen(?)zang genaamd. Gekende liedjes kwamen één voor één aan de beurt. Uiteindelijk werd Joris bereid gevonden om “De Boemlala” te zingen, dit mits het voorhanden zijn van de nodige attributen. Een op Njam-TV nog nooit vertoonde combinatie van pollepel en bakplaat, werd door Kris vakkundig gedemonstreerd terwijl Joris de Boemlala ten beste gaf. Terwijl sommigen beschutting zochten in de bar, bleven anderen uit volle borst verder zingen en genieten van Joris zijn performance.


Uiteindelijk had iedereen de bar bereikt, een tournée générale van Jan volgde. Het beloofde een lange avond en korte nacht te worden. Voor de volledigheid van mijn verslag was ik gedoemd tot de laatste te blijven. De enen gingen slapen , anderen lieten hun glas nog eens vullen. De groep werd kleiner en stoelen werden dichter bij elkaar geschoven, decibels en  gelach bleven constant. Joris zijn repertoire bleek onuitputtelijk. Na enkele “de laatste” werd dan toch besloten om te gaan slapen. Aangekomen aan de kamers, slaagden enkele groupies er zelfs in om de ster van de avond tot in zijn kamer te volgen. Nadat hij deze vakkundig had verwijderd, kon de nacht beginnen.


Aangezien Mic ons verwittigd had dat de puntje op de i zouden gezet worden, was iedereen tijdig aan het ontbijt ( op een enkele uitzondering na die pas later boven water zou komen). Toen ik mijn bagage in de wagen ging zetten, zag ik Jan gelukzalig glimlachend, dromerig naar het Alfa embleem op mijn wagen staren…


Aangekomen in Treignes  keerden we even terug naar 1932. De leraar liet ons in de klas waar we op de schoolbanken mochten plaats nemen. De verschillen met het interieur van een hedendaagse klas werden opgemerkt ,waarna enkele uitverkorenen/slachtoffers hun kennis van het rekenen inclusief 9-proef mochten demonstreren. Kamile mocht ervaren dat niets de leraar ontging, 250 keer schrijven ‘de meester is zot’ was het gevolg. Hij kon alvast wat oefenen met schrijven tijdens het dictee, geen mensch die dit zonder fouten afwerkte. Zoals elk lesuur vroeg “Joriske”  ook nu weer: “Meester, wanneer is het zangles?”, waarna Peter op onverklaarbare wijze onder zijn bank schoof. Volgens de regels van de kunst en op onnavolgbare wijze zong “Joriske” zijn liedje.


Aangekomen in de abdij van Floreffe konden we van de plaatselijke specialiteiten proeven. Na het eten ging het richting terras van de zon genieten of de grond in. We werden ingedeeld in twee groepen die elk met gids de grotten van Floreffe zouden verkennen. Nog voor de rondleiding goed en wel startte, werd onze gids, de Kasteeldame, al vakkundig ten huwelijk gevraagd.  Ondanks de duidelijk gemotiveerde vraag was het antwoord ‘te laat’. De rondleiding kon beginnen.  Midden tussen de stalactieten en stalagmieten  konden we ervaren wat “echt donker” is en hoorden we de grot groeien.


De laatste etappe naar de afscheidsdrink in Relais Saint Martin in Tourinnes-La-Grosse kon beginnen.  Aangekomen werden de wagens  geparkeerd en iedereen bestelde een laatste drankje. Er volgde een korte maar duidelijke speech vanwege het bestuur en een lang en welverdiend applaus voor de  uitstekende organisatoren Rita, Gert, Geert, Dirk en Mic. Mijn eerste, maar zeker niet laatste, driedaagse was ten einde.Voor een laatste keer starten en hake hake tuut tuut weg zijn wij. Ddaaaaggg!!!!!!!!!!!


Dominik


klik op de foto's om ze volledig te zien...