Opwarmrit 2016

Opwarmrit LOV – 3 april 2016






20 graden en een prachtige voorjaarszon, een echte lentedag, dat is wat Sabine met een guitige glimlach op tv gezegd had. En al had ik niet écht perfect kunnen zien over welk deel van België ze het precies had, een groot deel van de weerkaart was - zoals meestal bij Sabine – strategisch verscholen voor de tv kijkers, toch had ik mij verheugd op een stralende dag. En wat hadden we hier om 07:45u (nacht dus)? Juist ja, regendruppels. Niet goed bezig hé daarboven! Ge gaat hier een serieus tandje moeten bijsteken.


Met hoop op beterschap vertrokken we naar het benzinestation hier enkele kilometers vandaan, want daar hadden we afgesproken met Jurgen en Anja. Een benzinestation, want thuis bij hen afspreken kon niet om hygiënische redenen… Jaja hygiënische redenen… De straat bij hen ligt opgebroken en ze wilden vermijden dat onze netjes gepoetste auto al direct een smeerboeltje werd. Zo vooruitziend die twee, echt niet normaal.


Maar toen ik de Q8 parking opdraaide kreeg ik bijna een hartaanval, want ik merkte dat er een bruine beer in Jurgen zijn TR2 zat. Een uiterst gevaarlijke situatie, zeker als je toevallig geen tweeloop of ander schietgerief bij je hebt. En Jurgen? Die leek er eerder kalm mee om te gaan, straffe gast vond ik.

Maar korter gekomen en beter gekeken – ter verontschuldiging het was nog steeds nacht voor mij - bleek het gewoon Anja te zijn. Listig vermomd als een deerne uit Kazachstan - want die durven al eens een pelske aan te trekken – was ze helemaal klaar om het frisse weer te trotseren. Die twee reden op dat onwezenlijke uur al open met de TR, het kapje netjes weggeborgen. Maar tussen ons gezegd en gezwegen: volgens mij weet Jurgen gewoonweg niet hoe hij de kap moet opzetten.


Enfin wij volle gas naar Hoegaarden, thuisbasis van de lekkere witte. Daar parkeerden we natuurlijk grandioos aan de verkeerde taverne, wat ons een scheve blik van de reeds aanwezige poetsman opleverde. Maar niet getreurd, want aan de andere kant van het plein werden we wél verwacht - en zeer hartelijk onthaald - in t’ Kappitelhuys.

Na ons plechtig aangemeld te hebben bij Hans, het LOV opperhoofd, mochten we ons al direct richting gelagzaal begeven voor éne met hesp en éne met keis. Dik in orde, want meer moest dat zeker niet zijn. En, dat moet gezegd worden, als nieuwkomers in de club werden we zonder complimenten direct opgenomen in de groep aan “onze” tafel. Tof, en no nonsens, bijzonder leuk om mee te maken.

Na nog een koffietje werd het omstreeks 10:00u dan tijd om op te stappen, en de opwarmrit aan te vatten. Het viel ons direct op dat er erg veel open gereden werd, we voelden ons een beetje als twee melaatsen, wij met het dakske nog steeds op de Healey. Maar ik had een hoestje en waterogen, en Gina was gisteren een halve dag naar de coiffeur geweest. Dus als excuus was dat toch wel héél aanvaardbaar, niet?

Enfin wij weg. Jurgen trok de kop, en ik speelde wieltjeszuiger. Hij loodste ons langs toffe wegen, door mooie dorpjes, en over leuke kasseitjes. Nergens reden we verkeerd of verloren, die Kazachse naast hem navigeerde erg scherp. Ze bracht ons feilloos tot aan het geografische middelpunt van België, een parking met een speelpleintje, typischer kon écht niet.


Het échte middelpunt – waar het hier allemaal om draaide - lag even verder in de wei verscholen. Een bolling uitgevoerd in kasseitjes, met een gaatje ter grootte van een asbak in het midden. Was dit nu Michel zijn fameuze gat in de begroting? Niemand kon het ons zeggen, want Hans en Hubert hadden vergeten de notabelen van het dorp te verwittigen van onze komst. Maar het “monument” leek me in ieder geval een ideale plaats waar de dorpsjeugd s ’avonds kon samenkomen om gezellig naar hun gsm te staren  en komieke sigaretten te roken. Jaja, het gat van België… Het is voor eeuwig en altijd in mijn geheugen gegrift.


Aangespoord door de sfeer op deze bijzonder idyllische plek,  besloten we om niet langer uit de toon te vallen, en het dak van de Healey te halen. De zon deed trouwens verwoede pogingen om door te breken, zoveel goede wil moest beloond worden. Bovendien stond ondertussen achter ons een kruising tussen een F16 en een strijkijzer geparkeerd, en die had gewoonweg geen dak! Het was een blauwe pretraket met Zweeds bloed, bestuurd door een man in een motsiklettenkostuum, genaamd Stoffel. Ik had al gehoord en gelezen van zijn capriolen in de Monte Carlo, zij het met een andere Zweedse deerne. Geen simpel man, dat was zeker. Al gaf dat laatste al een gans ander zicht op de situatie, toch konden wij nu echt niet langer als mietjes in een verwarmde cocon blijven rondtoeren, het contrast met de omgeving werd te groot.


En het open rijden viel allemaal best mee - zeker qua temperatuur - zodat we al reikhalzend uitkeken naar de volgende stop: het geweldige etablissement Aux Futs aan het station van Mont Saint Guibert. Een leuke tussenstop voor een drankje aangeboden door de club… Het was zo’n café waar je in Vlaanderen ondertussen met een vergrootglas moet naar op zoek gaan. Niks taverne, niks brasserie, gewoon café. Hier worden pinten gedronken en straffe verhalen verteld, schoon in al zijn eenvoud toch?


We lieten spoor 1 links liggen, en  verbouwden het terras wat naar onze noden, dat wil zeggen naar de stand van de zon. Verder genoten we van een lekker pintje, de eerste lentestralen, en het gezelschap. De clubjeugd klitte wat bij mekaar en zette zich chill op het muurtje. En Hans en Hubert keken, en zagen dat het goed was; such a perfect day.


En dan terug “en route” naar de middagstop “Le Moulin De Villers” in Villers la Ville. Onderweg moest er wel nog even een pittig kasseitje van 1e categorie getrotseerd worden. Kwestie van in het kader van de opwarmrit, die laatste half loshangende vijzen definitief de doodsteek te geven. Maar dat lukte allemaal nogal redelijk, al maakte ik me wel wat zorgen om de Marcos die langs de kant stond, die was duidelijk een vijs kwijt. Maar even later, aan de drukke parking in Villers, kwam hij er toch aan. Vermoedelijk was dan toch alles in orde of teruggevonden.


We werden in de Moulin ontvangen in een rustieke zaal, waar de tafels netjes gedekt op ons stonden te wachten. De rustieke stoelen aan onze tafel zakten wat door – vermoedelijk teveel ridders met harnas opgezeten – maar dat paste perfect in het decor. Het eten kwam zeker niet uit een 3 sterren keuken, maar dat verwacht ook niemand. En voor een autoclubke “on tour” was het zeker in orde, totaal géén klachten. Trouwens, het gezelschap is hierbij zeker zo belangrijk als het culinaire niveau. Dus het totaalpakket zat hier héél goed.


Eens de innerlijke mens versterkt, trokken we naar de overzijde van de straat om de restanten van de Abdij te gaan bezoeken. De inkom was ook weer prima geregeld, en voor we het wisten stonden we binnen voor een vrij bezoek aan dit toch wel indrukwekkend bouwwerk. Het is een beetje onvoorstelbaar dat men in de 12e eeuw zo’n grootse en hoge dingen kon bouwen, zeker met de beperkte mechanische hulpmiddelen van toen. Die paters hadden het blijkbaar goed voor mekaar. Maar moesten die muren kunnen spreken…


Terug naar onze auto’s nu voor de laatste etappe, want vanaf dan ging het relatief snel. We werden dan ook op een fatsoenlijk uur op een babyborrel verwacht, een synoniem voor gratis drank en versnaperingen. Allen daarheen dus!


De familie Parijs stelden graag hun drukkerij en aangrenzend zonnig terras ter beschikking van hun LOV vrienden, om te komen klinken op hun oogappel. Het gazonnetje stond er fris en strak afgereden bij, helemaal klaar om een klein automuseum te ontvangen. En het was dan ook een prachtverzameling die daar de pelouse kwam sieren. Maar alle glitter en chroom verbleekte natuurlijk bij de aanwezigheid van kleinkind Largo, de absolute ster van de dag.


Met een kort maar krachtige speech, en een “klein” kaartje met gelukwensen werden de trotse ouders Lucia en Jurgen en grootouders Raymond en Lisette gehuldigd voor hun moed en inzet. En Largo? Die liet het niet aan zijn hartje komen en sliep verder. Dromend van rondtoeren met de Panhard Junior. Rustig en volledig zen tussen al dat grote mensen gedoe, prachtig om te zien. Groot gelijk ventje, je druk maken kan later ook nog.

Bubbeltjes, versnaperingen, straffe verhalen en als extra attractie het starten van een Panhard motor sloten deze geweldige opwarmingsrit waardig af. Bedankt aan de organisatoren voor de toffe rit, bedankt aan de familie Parijs voor de warme ontvangst. Bedankt LOV dat we er mochten bijzijn, het smaakt naar meer.


Jeff & Gina


P.S.  Het was de bedoeling dat Anja een artikeltje zou schrijven voor de clubwebsite. Ze vroeg me om haar een beetje te assisteren en wat nota’s te bezorgen als geheugensteuntje. Die nota’s zijn een beetje uit de hand gelopen met als resultaat dit schrijfsel. Een welgemeend sorry daarvoor. Dus de volgende maal is het écht aan Anja .



(klik op de foto's voor de grotere versie)